Stephan Enter, Compassie, 2015
Stephan Enter (1973) publiceerde zijn vierde roman, Compassie. Lees hier een artikel over dit boek, waarin Enter een experiment heeft opgezet dat zijn literaire ruimte opnieuw vergroot. In Compassie schetst Stephan Enter een ware liefdestragedie. De mislukking is onafwendbaar, terwijl het geluk voor het grijpen ligt. Enter beleefde met zijn roman Grip (2011) een hoogtepunt. Grip is een compacte, glashelder geschreven roman, met een sterke uitgewerkte thematiek. Nu er een nieuwe roman van Enter verschijnt, leg je die al snel langs de maatlat van de perfectie van Grip. Dat is niet verstandig, want Compassie is een heel ander type boek. Meer dan in vorig werk lijkt Enter hier een laboratoriumopstelling te hebben gekozen. Hij zet twee mensen bij elkaar die een sterke liefdesrelatie ontwikkelen, maar er blijkt ook een spaak in het wiel te steken. Het bederf zit er van meet af aan in, als een tegendraadse toonsoort die uiteindelijk de hele compositie overstemt. Het verhaal laat zich lezen als een onderzoek naar de liefde en vooral naar de liefde waarin het wrikt en schuurt, totdat de zaak echt kapot is. Maar dat laat onverlet dat je hier mooie zinnen kunt lezen, zoals deze:
‘De actieve, evoluerende kern van elke verliefdheid, het kloppende hart ervan, dat is: al het minieme aan de ander waarnemen’.